Een interview met Maurice Rutgrink.
In 1986 startte de loopbaan van Maurice Rutgrink in de schoonmaakbranche. Nu, 35 jaar later, is hij eigenaar van schoonmaakbedrijf Accurate Cleaning Partners BV, werkt hij als consultant en heeft hij een webwinkel voor schoonmaakprofessionals.
Bovendien is Maurice in de schoonmaakwereld bij velen bekend, doordat hij actief is als voorzitter van SieV; de MKB Branchevereniging Schoonmaken is een Vak.
Natuurlijk waren wij als Schoonmaak Nederland erg benieuwd naar Maurice zijn verhaal en zijn visie op de branche. En dat startte uiteraard met de vraag: hoe ben je in de schoonmaakwereld terecht gekomen?
Maurice vertelt….
“Mijn vader had een schoonmaakbedrijf, Blue Line vof in Oosterhout heette dat toentertijd, en was een bekend gezicht in de branche. Op mijn 21e besloot ik, alhoewel ik mijn werkende leven was begonnen als kok, om de overstap te maken naar de schoonmaak. Zo startte míjn loopbaan in de branche dus.
Als snel werd ik door mijn vader van de ene na de andere schoonmaakvakopleiding en -cursus gestuurd. Daarbij had ik nog wel eens de pech dat men er door mijn achternaam vanuit ging dat ik van de hoed en de rand wist. Maar dat was helemaal niet zo. Ik heb het gaandeweg allemaal moeten leren en doorliep, naast mijn baan als schoonmaker, verschillende vakgerichte kaderopleidingen. Het was een harde leerschool, want als zoon van mijn vader werd veel van me verwacht en waren de ogen strak op me gericht.”
Maurice wist echter zijn praktijkervaring, zijn scholing en zijn interesse voor het innovatieve goed te combineren. Hij herinnert zich nog goed dat hij het vreemd vond dat er in de opleiding nog gecalculeerd werd op van die hele grote vellen ruitjespapier. Het was halverwege de jaren 80 en calculeren deed je met pen, papier en gevoel. Er was weinig vertrouwen in het gebruik van ‘starre data en computers’, terwijl Maurice daar juist wel het nut van in zag. Maar uiteindelijk leerde hij daar ‘old school’ calculeren, zodat hij nadien de resultaten van een computercalculatie beter kon begrijpen.
Verliesgevend project? Dat is niet erg.
Dat praktijkervaring bij het maken van een calculatie ook onmisbaar was bleek wel toen ze in de opleiding een prijs moesten berekenen voor de glasbewassing van een specifiek pand. Maurice was met zijn ‘offerte’ de allerduurste. Daarentegen was hij wel de enige die er rekening mee had gehouden dat de gevel moeilijk bereikbaar was door een helling, waardoor er minder vierkante meters per uur gewassen konden worden. Een te lage prijs zou een verliesgevend project opleveren doorgrondde hij terecht.
Deze kennis zorgde er overigens niet voor dat hij later met zijn bedrijf de ene na de ander offerte scoorde. In tegendeel. Bedrijven die dit soort calculatiefouten maakten kregen de opdracht gewoon gegund. Zij waren de goedkoopste. Dat ze uiteindelijk een verliesgevend project in de boeken schreven was voor die ‘grote jongens’ niet erg.
Maurice ergerde zich herhaaldelijk aan het gemak waarmee de grotere schoonmaakbedrijven zogenaamde prestigeopdrachten aannamen, terwijl ze zelf niet voor de uitvoering hoefden te zorgen. Anderzijds liep hij zelf tegen een plafond aan qua omzetgroei. Hij kon met zijn kleinere bedrijf niet op vrijdag naar huis als de tijd op was. Achteraf gezien is in die tijd het eerste zaadje geplant voor zijn betrokkenheid bij de SieV.
Geen doelen, maar wel leden
Geflankeerd door de term ‘Schoonmaak is een Vak’ was Maurice inmiddels in contact met een uitgebreid netwerk aan gelijkgestemde branchegenoten via LinkedIn. Daar bleek ook een oplossing voor verschillende uitdagingen te liggen.
Schoonmaakprofessionals en MKB bedrijven vanuit het hele land benaderden elkaar. Ze wisselden advies uit, maar ook opdrachten. Zo konden ze flexibel werken en beter concurreren met de grotere, landelijk werkende schoonmaak bedrijven.
Uiteindelijk namen Edward Essenberg, Sabine Aalbers en Pieta Hoogvliet het initiatief om een branchevereniging op te richten. Zij vroegen Maurice tijdens een oprichtingsvergadering in 2011 om voorzitter te worden, wat hij als tijdelijke post accepteerde.
Inmiddels, 10 jaar later, is hij nog steeds met veel passie actief als voorzitter.
Heilige huisjes
Alhoewel de SieV bij de oprichting nog geen doelen, targets of zelfs maar een beleid had geformuleerd, werden er met veel enthousiasme steeds meer bedrijven lid. Inmiddels heeft SieV zo’n 230 leden en is zijn de doelen die zij nastreven glashelder.
SieV zet zich onder andere in voor een beter CAO en inkoopvoordelen voor leden. Bovendien werken zij proactief aan het bevorderen van de kennisdeling en samenwerking tussen leden.
Wat sinds de oprichting niet is veranderd, is dat men niet bang is om zo nu en dan eens tegen wat heilige huisjes te schoppen. Zo gaan ze in de regel in goede harmonie om met conculega Schoonmakend Nederland (voorheen OSB), “maar” zegt Maurice lachend: “het moet niet te ver gaan, want op een aantal punten verschillen we serieus van mening, of zelfs van principe.”
Als voorbeeld houdt SieV zich te allen tijde aan de AVV CAO, terwijl OSB zich al moet conformeren aan de CAO voordat deze algemeen bindend wordt verklaard door de Minister van Sociale Zaken. Dit levert discrepanties en vervelende situaties op en dat is één van de redenen dat SieV al langere tijd graag aan de onderhandelingstafel voor het CAO wil zitten. Tot op heden te vergeefs.
Zoals Cleantotaal schreef op 21 januari 2021: werkgeversorganisatie SieV werd, tot haar ergernis, weer niet ten dans gevraagd in het bal der CAO schoonmaak 2021-2022.
“Maar we blijven als SieV strijden voor de belangen van de MKB Schoonmaakbedrijven en hun medewerkers. Schoonmaken is en blijft een vak.
En daarmee maak ik graag even een zijstap in dit gesprek. Ik vind belangrijk te noemen dat ik het een hele mooie ontwikkeling vind dat er steeds meer een verschuiving plaatsvindt naar de dagschoonmaak. Daarmee wordt de schoonmaak namelijk steeds zichtbaarder en tastbaarder en dat is heel positief, want het vergroot het respect en de waardering voor deze professionals.
Schoonmaken is een vak en schoonmakers zijn vakmensen. En toch is de sociale beleving nog steeds heel anders tegenover een man in pak, dan tegenover de schoonmaker.
Die mindset moet nog echt veranderen.
Het wordt tijd dat klanten de schoonmakers als volwaardige collega’s behandelen. Schoonmakers van schoonmaakbedrijven die tijdens de coronacrisis in zorginstellingen hebben gewerkt, komen mijn inziens bijvoorbeeld ook in aanmerking komen voor de zorgbonus. Maar dat moet wel aangevraagd worden door de zorgaanbieder en dat gebeurt in de praktijk helaas niet altijd.“
Wat je is toekomstdroom met de SieV?
“Ik noemde de CAO perikelen al even. Net als de heilige huisjes.
De schoonmaak CAO is zo’n heilig huisje, want als SieV willen we daar vanaf. Onze stip op de horizon is een Facilitaire CAO die geldt voor verschillende facilitaire werkvelden, zoals schoonmaak, beveiliging, groenvoorziening, horeca, enzovoorts. Een algemene CAO, dat per werkveld een specialistische toevoeging krijgt.
SieV is ontstaan omdat de kleinere schoonmaakbedrijven niet gehoord werden door ‘de grote tien’. De huidige CAO is geschreven voor en door die grote bedrijven, maar het MKB kan er vaak niet mee uit de voeten. Dat moet anders.
Wat ons betreft gaat alles op de schop!”